Doornappel
Doornappel, ook wel dolappel, duivelskruid of mollenkruid genoemd, is een plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae). Het is een giftige plant die hallucinogene alkaloïden bevat.
De plant werd op het eind van de 16de eeuw vanuit Mexico naar Spanje gehaald, en van daaruit verspreidde de plant zich in de rest van Europa.
Engels: Jimson Weed
Frans: Datura stramoine
Duits: Weißer Stechapfel
Hoewel doornappel al geruime tijd in Europa te vinden is lijkt hij de laatste jaren echt aan een expansie bezig. Je vindt de plant tegenwoordig op alle mogelijke plaatsen.
Zo vind je doornappel op ruigten en op plaatsen waar er recentelijk aarde is verplaatst, zoals in plantenbakken in het stad en na grotere werken zoals in het Vrijbroekpark (grote vijver, wilgernispad). Ook aan de Zenne ter hoogte van het Zennegat vind je veel planten. Hij kan echter ook plots tevoorschijn komen midden op een weide of een voetbalveld.
De planten kunnen erg groot en bossig worden, maar evengoed blijven ze erg klein (op plaatsen waar er gemaaid wordt) en kunnen ze op korte tijd reeds zaden produceren. Deze zaden kunnen tientallen jaren kiemkrachtig blijven. De zaden zouden vooral verspreid worden door vogels.
Doornappel: beschrijving
Na de kieming van het zaad ontwikkelt deze zomerbloeier zich razendsnel. De gevulde stengel vertakt regelmatig, is rond van vorm en kleurt rood. De bladeren staan verspreid aan de stengel en zijn vertakkingen. De vorm van de grote bladeren is driehoekig tot omgekeerd eirond. Een steel is duidelijk aanwezig. De bovenzijde van de bladsteel is heel fijn behaard.
De trechtervormige tot trompetvormige bloemen zijn opvallend groot. De planten bloeien voornamelijk ’s nachts. Vandaar dat je overdag vaak alleen maar verwelkte bloemen aantreft.
Na de bloei ontwikkelt het vruchtbeginsel zich tot een stekelige vrucht, de doornappel. Hij lijkt enigszins op de bolsters van kastanjes.
In de vrucht zijn de vele zaden te zien. Aanvankelijk kleuren ze wit, later zwart. De vrij grote zaden worden verspreid door de wind. Ze blijven vele jaren kiemkrachtig.
Doornappel in de kruidengeneeskunde
Doornappel werd gebruikt als een hallucinogene drug. Sommige Indianenstammen gebruikten de drug om in contact te komen met hun goden. Anderen legden zaden op hete kolen om vervolgens de ontstane damp in te ademen. Ook werd uit de zaden heksenzalf gemaakt omwille van de hallucinerende werking.
Omdat de werkzame dosis in de plant echter afhankelijk is van tal van omstandigheden is het zeer af te raden om het gebruik te overwegen. Mensen die doornappel innamen hebben vaak zeer negatieve ervaringen. Het gaat om “bad trips”, die dagenlang kunnen aanhouden. Vroeger was doornappel een ingrediënt van Condorcetgif, een dodelijk mengsel met opium, stramonium en zoetstof. Het werd gebruikt om zelfmoord te plegen.
De plant wordt hier en daar geteeld voor farmaceutische doeleinden. Zo wordt er onder meer een stof uit gewonnen die voorgeschreven wordt tegen reisziekte. Vroeger werd doornappel medicinaal gebruikt als rookmiddel bij astma. De gedroogde bladeren werden verwerkt in astmasigaretten. Dat is nu verboden.
Bronnen en meer info:
https://wildeplanteninbrugge.blogspot.com/search/label/Doornappel
https://www.floravannederland.nl/planten/doornappel
https://www.ecopedia.be/planten/doornappel
https://www.changingperspective.info/faq/doornappel-mythisch-verhaal-obscuur-tripmiddel-faq/
https://wilde-planten.nl/doornappel.htm