Echt bitterkruid
Echt bitterkruid (Picris hieracioides) is een inheemse, twee- of meerjarige plant uit de composietenfamilie (Asteraceae).
Naamgeving
Bitter heeft te maken met de smaak van het melksap van de plant.
Picris is afgeleid van het Griekse pikros (bitter), omdat de plant bitter smaakt. Hieracioides betekent havikskruidachtig.
Vertaling
Engels: Oxtongue Hawkweed
Frans: Picride fausse-épervière
Duits: Gewöhnliches-Bitterkraut
Voorkomen
De plant komt voor in bermen, op rivierdijken, duinen, ruderale plaatsen, tussen straatstenen en op stenige industrie- en spoorwegterreinen.
In het Mechelse kijk je best op ruderale terreinen en langs de fietsostrade.
Gelijkende soorten
Echt bitterkruid lijkt op een melkdistel of havikskruid (Hieracium). Een belangrijk verschil is dat echt bitterkruid veel stekeliger aanvoelt door de aanwezigheid van borstelharen op bladen en stengel. De langwerpige bladen hebben vaak een getande bladrand.
Echt bitterkruid lijkt ook veel op dubbelkelk (Picris echioides). De overeenkomst tussen beide is de beharing en het soort bloemhoofdje. Dubbelkelk heeft maar 5 onderste omwindselbladen, die ook nog eens breed en bladachtig zijn. Echt bitterkruid heeft meer dan 5 onderste omwindelselbladen en die zijn smal, net zo smal als de bovenste.
Hulp bij de determinatie van gele composieten vind je op onderstaande websites:
Planten met minimaal 2 volwaardige bladeren aan de bloeistengel, zoals echt bitterkruid:
Sleutel gele composieten met blad.
Planten met een kale bloeistengel of met hooguit 1 blad of een aantal schubvormige bladeren, zoals gewoon biggenkruid:
Sleutel gele composieten zonder blad.
Beschrijving
Na kieming vormt de plant een bladrozet. De behaarde rozetbladen zijn licht getand.
De plant wordt 30-90 cm hoog, heeft een korte, bitter smakende wortelstok en heeft ruw behaarde, donkergroene tot roodachtige stengels. De stengels zijn enigszins gegroefd en bevatten wit melksap.
De onderste bladen hebben een heel korte steel, maar naar boven toe zijn ze meer zittend aan de stengel bevestigd. De bladen zijn bezet met haren. De randen van de bladen zijn zwak tot vrij diep getand. Ze hebben een wat gekroesd uiterlijk.
De bovenste bladen zijn lancetvormig en half stengelomvattend.
De plant heeft een stekelige beharing over de hele plant met borstelharen. Deze haren hebben een Y- vormige top of duidelijke haken naar verschillende kanten.
Bloeiwijze
Echt bitterkruid bloeit van juli tot september met gele bloemen. De hoofdjes staan in een tros met enkele bloemen samen. Er zijn alleen lintbloemen. De buitenste bloemen hebben aan de onderkant soms rode strepen.
Aan de uiteinden van de lintbloemen is te zien dat het lint in feite is vergroeid uit vijf bloemkroonbladen. Je ziet vijf slippen.
De langwerpige buitenste en binnenste omwindselblaadjes (groen) hebben ongeveer dezelfde breedte en zijn bezet met donkere haren. De binnenste omwindselblaadjes zijn allemaal even lang en hebben een donkere middenstreep. Ze staan tegen de gele lintbloemen aangedrukt.
De buitenste blaadjes zijn terug gekromd, zijn ongelijk van lengte en zijn kleiner dan de binnenste.
De nootjes zijn bruinzwart met wit vruchtpluis. Nadat de nootjes zijn weggevlogen, blijven duidelijke littekens achter op de bloemhoofdjesbodem met zijn vorm van een ster.
Wetenswaardigheden
Op echt bitterkruid kan bitterkruidbremraap (Orobanche picridis) parasiteren. Bitterkruidbremraap heeft geen bladgroen, maar kan overleven door voedingsstoffen te onttrekken uit echt bitterkruid.
Referenties en meer info:
https://www.floravannederland.nl/planten/echt_bitterkruid
https://nl.wikipedia.org/wiki/Echt_bitterkruid
https://waarnemingen.be/species/7187
https://wilde-planten.nl/echtbitterkruid.htm
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=31045
https://wildebloemen.info/pages%20bloemen/E/echt%20bitterkruid.php/?full=1