Gele dovenetel
Gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon) is een inheemse, meerjarige plant uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Verwante dovenetels zijn de witte- en de paarse dovenetel.
In tegenstelling tot de gele dovenetel kan je de witte- en de paarse dovenetel zowat overal vinden. Voor artikelen over deze planten verwijs ik graag naar de recente artikelen van mijn collega in Brugge:
https://www.stadsplanten.be/paarse-dovenetel
https://www.stadsplanten.be/witte-dovenetel
Naamgeving
De naam dovenetel heeft te maken met de bladen, die lijken op die van de brandnetel. Dovenetels zijn echter niet bezet met brandharen. Ze prikken niet.
Lamiastrum is afgeleid van het Griekse woord lamos (muil of keelgat) en heeft betrekking op de muilvormige bloemkroon. Galeobdolon is afgeleid van het Latijnse galea (helm) en het Griekse bdolos (stank).
Vertaling
Engels: Yellow Archangel, Variegated Yellow Archangel
Frans: Lamier des montagnes, Lamier argenté, Lamier jaune
Duits: Berg-Goldnessel, Gewöhnliche Goldnessel, Silberblättrige Goldnessel
Ondersoorten
Grote gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon subsp. montanum), kleine gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon subsp. galeobdolon) en bonte gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon subsp. argentatum). In dit artikel ga ik niet in op de verschillen tussen deze soorten.
Voorkomen
Gele dovenetel komt voor in loofbossen, parkbossen, struwelen, op oevers van beekjes enz. In Mechelen kan je de plant onder meer vinden langs beken, de Leuvense Vaart, in parken en op plaatsen met groenafval .
Beschrijving
De plant kan tot 60 cm hoog worden. Gele dovenetel heeft een wortelstok met uitlopers, waarop nieuwe scheuten kunnen ontstaan. De vierkante stengels zijn liggend of opstijgend. De bloeistengels staan opgericht. De plant heeft kruipende uitlopers en groeit in groepen.
De bladen zijn wintergroen. De bladen lijken op die van een brandnetel. Ze zijn eirond tot langwerpig. Ze kunnen volledig groen zijn, maar er kunnen ook lichtere vlekken op de bladeren te zien zijn. Het gaat dan vaak over verwilderde planten, die ontsnapt zijn uit tuinen of parken.
Bloei
De plant bloeit van einde maart t/m juni.
Tijdens de bloei valt de gele kleur op van de lipbloemen die in schijnkransen om de vierkante stengels staan.
De onderlip heeft rode of roodbruine vlekken (het honingmerk) en is opgedeeld in drie, vrijwel gelijke spitse slippen.
Na de bloei verschijnt er een splitvrucht (dit is een vrucht die zich bij rijpheid splitst in afzonderlijke dopvruchten). De zaden zijn kortlevend (minder dan één jaar).
Culinair
Alle bloemen zijn eetbaar en de jonge blaadjes van alle soorten dovenetel zijn lekker in salade, soep of kort gekookt. Van de gedroogde bladeren kan thee worden gezet.
Gele dovenetel in de kruidengeneeskunde
De thee van de dovenetel zou helpen tegen ontstekingen, darmaandoeningen, bloedarmoede en menstruatiestoornissen. Thee van de dovenetel in badwater zou helpen tegen aandoeningen die te maken hebben met urine en de blaas.
Referenties en meer info
https://wilde-planten.nl/geledovenetel.htm
https://www.floravannederland.nl/planten/gele_dovenetel
https://www.ecopedia.be/planten/gele-dovenetel
https://www.plantennamen.info/wetenschappelijke-namen/lamiastrum-galeobdolon-gele-dovenetel
https://www.hunebednieuwscafe.nl/2018/06/dovenetel-heerlijke-bladeren-en-bloemen/
Mooi artikel; bedankt voor de vermeldingen.