Gewone engelwortel
Gewone engelwortel (Angelica sylvestris) is een inheemse, twee- of meerjarige plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae).
Naamgeving
Het Latijnse woord “angelica” komt oorspronkelijk uit het Grieks: “angelos” dat “boodschapper” betekent. Vroeger werd deze plant de “engelenplant” genoemd, omdat men van mening was dat de plant hemelse geneeskracht bezat. Sylvestris betekent “in het bos groeiend”.
Vertaling
Engels: Wild Angelica
Frans: Angélique des bois
Duits: Wald-Engelwurz
Voorkomen
Gewone engelwortel is een veel voorkomende plant. Je kan de plant vinden langs waterkanten, in bermen, bosranden, kapvlakten, langs spoorwegen en op ruderale plaatsen.
In de binnenstad van Mechelen kan je de gewone engelwortel vinden langs het Dijlepad.
Verwarring
Naast de gewone engelwortel kennen we ook de grote engelwortel (Angelica archangelica). Deze soort is doorgaans groter dan de gewone engelwortel en is bijna uitsluitend te vinden langs waterkanten. Typisch zijn de groenige koepelvormige schermen.
Beschrijving
Gewone engelwortel is onder meer herkenbaar aan de witte of enigszins roze schermen bestaande uit tal van bolvormige deelschermen.
De wortel is een penwortel.
De meerjarige planten ontwikkelen eerst een rozet. De rozetbladen zijn donkergroen.
De rechtopstaande, ronde en holle stengels zijn gegroefd (gestreept), meestal roze- tot paarsbruin en vrijwel kaal.
De wortelblaadjes zijn twee- tot meestal drievoudig geveerd met eironde tot langwerpige, scherp gezaagde deelblaadjes. De blaren aan de bloeistengel zijn meervoudig geveerd.
Bloeiwijze
In het tweede, maar meestal pas in het derde jaar gaat de plant bloeien. De bloeiperiode loopt vanaf juli tot in de herfst, soms tot het begin van de winter.
De bloeiwijze is een scherm van 3 tot 15 cm breed, bestaande uit 15 tot 40 ronde deelschermen met kleine witte of rozeachtige bloemetjes. De bloemen hebben 5 kroonbladen.
De eivormige, platte splitvruchten zijn 4-6 mm groot met twee vliezige vleugels.
Culinair
In Lapland beschouwt men de stengels als een delicatesse en in IJsland worden zowel de wortels als de stengels rauw gegeten met boter. In Finland eet men de stengels geroosterd en drinkt men thee, getrokken van gedroogde of verse bladeren.
Het enigszins bitter smakende blad kan worden gekookt en als spinazie worden gegeten.
De Noren maken van de wortels een soort brood en banketbakkers over de hele wereld gebruiken de zaden en gekonfijte stengels in gebak. Wegens het doordringende aroma en de groenige kleur vormen ze een aantrekkelijke garnering voor gebak en pudding. Vooral in Frankrijk wordt de plant hiervoor op grote schaal verbouwd.
De plant is een van de ingrediënten van de Franse absint, waarvoor een mengsel gebruikt wordt van engelwortel, alsem en andere kruiden.
Zowel de wortels als de zaden worden bij het fabriceren van Chartreuse gebruikt.
Gewone engelwortel in de kruidengeneeskunde
Vroeger pasten geneesheren de gekonfijte stengels toe als een tonicum.
Een tonicum is een middel dat het hele lichaam of specifieke delen ervan zou stimuleren en versterken.
Engelwortel werd in de middeleeuwen gebruikt om een medicijn tegen de gevreesde pest te maken.
Andere toepassingen
Kinderen maakten fluitjes van de engelwortelstengels, zoals ze dat ook deden met die van het fluitenkruid.
Referenties en meer info
https://wildeplanteninbrugge.blogspot.com/2016/06/engelwortel.html
https://wilde-planten.nl/gewoneengelwortel.htm
https://wildebloemen.info/pages%20bloemen/G/gewone%20engelwortel.php
https://www.floravannederland.nl/planten/gewone_engelwortel
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gewone_engelwortel
2 reacties
[…] me de vorige dagen al opgevallen hoeveel insecten er te zien waren op de bloeiende planten van de engelwortel. Daarom ging ik eens kijken welke insecten ik zoal kon […]
[…] kegelbijvlieg is het gemakkelijkst te vinden op schermbloemigen, zoals de engelwortel en […]