Gewone huisspin
De gewone huisspin (Eratigena atrica) is een inheemse spinnensoort uit de familie van de trechterspinnen.
Je kent ze wel, die vrij grote donkere spinnen, die snel door je huis rennen of in de late zomer plots opduiken in je badkuip of in je wastafel. Meestal gaat het om een volwassen mannetje, dat tijdens zijn nachtelijke zoektocht naar een vrouwtje, in de kuip terecht is gekomen. Daar raakt hij dan niet uit vanwege de gladde wanden. Het is dus een fabeltje dat deze spinnen uit de afvoer zouden komen.
Zit er een spin op een ongewenste plaats en heb je schrik om ze uit zijn positie te bevrijden, leg dan een handdoek of dergelijke op die plaats zodat de spin er zelf uit kan kruipen.
De gewone huisspin is ongevaarlijk. Als ze zich bedreigd voelen zullen ze proberen te bijten, maar meestal komen ze niet door de menselijke huid heen. En zelfs als dit gebeurt, dan zal het gif van de spin hooguit zorgen voor wat plaatselijke irritatie.
Deze spinnen spelen een waardevolle rol in onze omgeving omdat ze ongewenste insecten, zoals vliegen, muggen, zilvervisjes en kakkerlakken eten.
Naamgeving
De Nederlandse naam voor trechterspinnen is ontleend aan de trechtervormige schuilplaats, van waaruit het web zich als een ring of mat uitstrekt.
Huisspin verwijst naar zijn woonplaats.
Vertaling
Engels: Giant house spider
Frans: Tégénaire noire
Duits: Große Winkelspinne
Herkenning
Vrouwtjes kunnen tot 18 mm groot worden (zonder de poten), mannetjes blijven iets kleiner. De poten bij vrouwtjes kunnen 45 mm lang worden, bij mannetjes 54 mm. Voor het overige zijn er nauwelijks verschillen tussen de geslachten.
De basiskleur is licht- tot donkerbruin. Het voorlichaam heeft 2 onscherp begrensde, donkere lengtebanden. Het achterlichaam heeft achter elkaar gerangschikte hoekvlekken.
De poten zijn lichtbruin, zonder donkere vlekken of ringen.
Jonge exemplaren kunnen gemakkelijk verward worden met de Grijze Huisspin.
Gelijkaardige soorten
Grote huisspin (Tegenaria parietina)
Mannetjes worden ongeveer 10 tot 17 millimeter groot, vrouwtjes kunnen tot 20 mm groot worden. De pootjes kunnen tot 7 centimeter lang worden.
De spin is lichtgekleurd op het achterlijf (twee lichtere ovale vlekken vallen op).
De spin heeft gestreepte poten.
Grijze huisspin (Tegenaria domestica)
Dit is de kleinste soort. Mannetjes worden 6 tot 9 millimeter groot, vrouwtjes tot 11 mm.
De pootjes kunnen tot 2,5 centimeter lang worden.
De spin is grijs gekleurd en heeft gestreepte poten.
Voorkomen
De gewone huisspin leeft in en rond huizen, maar is ook in grotten of bossen aangetroffen. In huis zoekt hij voornamelijk donkere, tamelijk vochtige plaatsen met weinig verstoring door mensen. Kelders, keldergaten, tuinhuizen en gestapelde houtblokken zijn potentiële vindplaatsen.
Beschrijving
De gewone huisspin maakt een wat rommelig trechterweb, meestal in moeilijk bereikbare hoeken in schuren en kelders. Overdag zit hij in de buisvormige retraite, ’s nachts op het web.
Informatie over spinnenwebben vind je op onderstaande website:
https://www.spinnenspotter.be/nl/webben
Vrouwtjes kunnen meerdere jaren oud worden naargelang de omstandigheden, maar een leeftijd van 4 jaar is geen uitzondering. Volwassen mannetjes sterven in het najaar waarin ze volwassen zijn geworden.
Voedsel
Het voedsel bestaat uit vliegende en kruipende insecten. Ze gebruiken hun gifkaken om hun prooi te verdoven en vast te pakken. De jonge of juveniele spinnen leven van kleinere prooien.
Levensloop
In het voorjaar zijn alleen vrouwtjes te vinden. Omstreeks april leggen ze eieren in een gesponnen cocon aan de rand van de woonbuis. Een cocon bevat tot 50 eitjes. De eitjes komen na zowat 21 dagen uit. De jonge spinnetjes blijven ongeveer een maand samen, daarna gaan ze hun eigen weg. Bij gebrek aan voedsel kan er kannibalisme optreden.
Na negen keer vervellen zijn de meeste spinnen volwassen.
In de herfst verlaten de mannetjes hun web en gaan op zoek naar een vrouwtje. De mannetjes worden aangetrokken door geurstoffen die de vrouwtjes verspreiden. De paring is voor de mannetjes niet zonder gevaar, want als het vrouwtje geen zin heeft kan het mannetje als prooi worden aanzien.
Sommige mannetjes trekken al in bij de vrouwtjes vooraleer die hun laatste vervelling doormaken en dus zelf volwassen worden. Op die manier is het mannetje er als eerste bij om het vrouwtje te bevruchten.
Het sperma wordt bewaard in een lichaamsholte. Hier kan het weken tot maanden verblijven tot de eitjes van het vrouwtje zijn gerijpt. De eitjes zijn voor de bevruchting nog zacht om het sperma door te kunnen laten. Pas nadat het ei is afgezet en droogt aan de buitenlucht wordt het omhulsel harder.
Wetenswaardigheden
Spinnen zijn geen insecten
Er zijn aanzienlijke verschillen tussen spinnen en insecten:
Spinnen hebben altijd acht poten, terwijl insecten er zes hebben.
Het lichaam van spinnen bestaat uit slechts twee delen, het kopborststuk en het achterlijf. Het lichaam van insecten bestaat uit drie delen. Spinnen hebben ook geen vleugels.
Ze hebben palpen in plaats van voelsprieten. Palpen dienen, net als de antennes bij insecten, als tastorgaan. Bij mannetjes doen ze ook dienst als geslachtsorgaan.
Referenties en meer info:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gewone_huisspin
https://www.natuurpunt.be/soorten/insecten-ongewervelden/gewone-huisspin
https://www.spinnenspotter.be/nl/soorten/trechterspinnen/21-gewone-huisspin
https://waarnemingen.be/species/8722
Website met zeer gedetailleerde foto’s van de gewone huisspin:
https://arachno.piwigo.com/index?/category/76-eratigena_atrica
Meer informatie over spinnen:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spinnen_(dieren)