Gewone veldbies
De gewone veldbies (Luzula campestris) is een inheemse, overblijvende plant uit de russenfamilie (Juncaceae).
Veldbiezen worden vaak aanzien als grassen; ze hebben immers net als echte grassen tamelijk smalle, lange bladeren. Die komen echter bijna allemaal direct uit de wortels, en dat is bij grassen niet het geval. De randen van de bladeren zijn bovendien behaard met lange witte haren. Dat is een kenmerk van de veldbiessoorten. Andere soorten zijn de veelbloemige veldbies en de ruige veldbies.
De foto’s in dit artikel werden genomen langs de Leuvense Vaart en de Molenbeekstraat in Leest, maar je kan de plant op vele plaatsen aantreffen. Zoek vooral in grasveldjes met een niet al te weelderige plantengroei.
De gewone veldbies is de vroegst bloeiende grasachtige, een echte voorjaarsbloeier.
Naamgeving
Luzula komt van het Italiaansche luciola (glimworm), omdat uit het merg van deze planten kaarsenpitten (lucigno of lucignolo) gemaakt werden. Campestris betekent veld.
Vertaling
Engels: Field Woodrush
Frans: Luzule des champs
Duits: Feld-Hainsimse
Voorkomen
De plant heeft een voorkeur voor laagblijvend schraal grasland, weiland, hooiland, schrale gazons, langs holle wegen, bermen, steile kantjes, dijken, wallen, grazige plaatsen in heide, greppelkantjes en duingrasland.
Beschrijving
De overblijvende planten staan in vaak in groepjes bijeen en zijn door korte ondergrondse wortelstokken met elkaar verbonden. De plant wordt 5-20 cm hoog. De lichtgroene bladeren zijn vlak, lang wit gewimperd en maar enkele millimeter breed. Daardoor lijken ze op gras.
Bloei
De plant bloeit van maart t/m mei.
Aan de top van de bloeiwijze staan een aantal aarachtige groepen van bloemen, vaak meer dan acht bloemen dicht bij elkaar.
De bloemen zijn als het ware kleine leliebloemen met zes bloemdekbladen, zes meeldraden en een stamper. De kleur van de bloemdekbladen is chocoladebruin.
Als de bloemen in de ochtend in de zonneschijn open gaan zijn eerst de stempels zichtbaar en wat later rijpen de helmknoppen uit. Zo wordt zelfbestuiving enigszins voorkomen.
Na bestuiving door de wind treedt bevruchting op en groeit het vruchtbeginsel uit tot een doosvrucht. De bloemdekbladen die nog een tijdje rond de doosvrucht zitten zijn wat langer dan de doosvrucht.
Na de bevruchting verschijnen driezadige doosvruchten. De glanzend bruine zaden hebben een mierenbroodje bij zich. Mieren zijn er verzot op en verspreiden de zaden.
Wetenswaardigheden
Wanneer deze soort veel voorkomt in je grasland of gazon heb je meestal een vrij droog en matig voedselarm grasland. Dit soort graslanden is erg geschikt voor tal van wilde planten.
Gewone veldbies is een goed voeder voor schapen, zeker omdat het vroeg in het voorjaar te vinden is.
Referenties en meer info
https://wilde-planten.nl/gewoneveldbies.htm
https://www.floravannederland.nl/planten/gewone_veldbies
https://www.ecopedia.be/planten/gewone-veldbies
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gewone_veldbies
https://www.ivn.nl/afdeling/hoogeveen/over-ons/publicaties/soort-van-de-maand/mei-gewone-veldbies-luzula-campestris/