Kauw

Deze vogel is een vaste gast in mijn tuin. Hij eet van de mezenbollen en pindanootjes, pikt hier en daar een zaadje mee op de grond en houdt terwijl de slakkenpopulatie onder controle. Net als spreeuwen zijn ze best ongeduldig als het op eten aankomt. Er is veel concurrentie. Soms ontaarden deze conflicten in een waar worstelgevecht, waarbij twee kauwen letterlijk over de grond rollen. Gelukkig loopt dat meestal zonder al te veel kleerscheuren af…

De kauw (Coloeus monedula, synoniem: Corvus monedula) is een zangvogel uit de familie van de kraaien. Hij is met een lengte van 34 tot 39 cm een van de kleinste leden van deze familie. Andere leden van deze familie zijn onder meer de kraaien, raven en roeken. Het zijn intelligente vogels.

Engels: Jackdaw
Frans: choucas des tours
Duits: Dohle

Kauw: beschrijving

Kenmerkend voor de kauw zijn de grijze kleur van de (zij)hals en het achterhoofd. Hij heeft relatief kleine oogjes met een opvallende licht-groengele iris. De snavel is stevig. Kauwen zijn standvogels.

Kauwen leven in groepen.

Kauwen kunnen, met wat geluk, behoorlijk oud worden. Roofvogels, verkeer, parasieten, jacht en andere omstandigheden zorgen echter jaarlijks voor een groot verlies. Slechts enkele kauwen zullen ouder worden dan 20 jaar.

Kauwen zijn alleseters. Ze zoeken hun eten vooral op de grond. Ze eten insecten, slakken, wormen, knoppen, zaden, bessen, etensresten van de mens en kadavers.

Net als uilen braken kauwen onverteerde resten van zaden en insecten uit als een braakbal.

Wanneer kauwen gaan overnachten verzamelen ze zich eerst op een vaste plek. Dit kan een grote boom, het dak van een flatgebouw of een ander hoog gebouw zijn, waarbij er hevig over en weer gekwetterd wordt. Rondom zo’n verzamelplek voeren ze allerlei vluchten uit, soms met honderden vogels samen. Dit is een fascinerend schouwspel.

Het mannetje en vrouwtje verbinden zich al zeer jong met elkaar. De paarvorming vindt al plaats op het eind van het tweede levensjaar, maar gebroed wordt er pas in het derde levensjaar. De balts die aan de paring voorafgaat is een waar schouwspel. Het mannetje buigt een groot aantal malen met gespreide vleugels en staartveren voor het vrouwtje vooraleer de geslachtsdaad volgt. Uiterlijk is er geen verschil tussen beide geslachten.

De vogel broedt van april tot in juni. Kauwen broeden graag in elkaars nabijheid. Holle bomen en oude nesten van zwarte spechten zijn hun oorspronkelijke broedplaats, maar nu kiezen ze evengoed voor gebouwen (schoorstenen, zolders, hoge gebouwen), parken en zelfs konijnenholen. Meestal hebben ze één nest van 3-8 eieren. De broedduur bedraagt 17-19 dagen. De jongen zitten 30-35 dagen op het nest en worden zo’n 4 weken na het uitvliegen nog gevoerd door de ouders. Jonge kauwen krijgen insecten, weekdieren en wormen te eten.

Kauw als huisdier

Kauwen werden vroeger als huisdier gehouden. Als ze door de mens worden opgevoed kunnen ze erg tam worden. Het is gelukkig niet meer toegestaan om kauwen te houden die in de vrije natuur zijn geboren. In gevangenschap geboren en correct geringd mogen zij wel als huisdier worden gehouden.

Referenties en meer info

https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kauw
https://www.natuurpunt.be/pagina/kauw
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kauw