Klimopzijdebij
De klimopzijdebij (Colletes hederae), ook wel klimopbij genoemd, is een zuidelijke soort, die sinds zijn beschrijving in 1993 naar het noorden toe is opgeschoven. De soort nestelt in de grond en is vooral in stedelijke gebieden aan te treffen.
Zoals alle bijen verzamelt de klimopzijdebij stuifmeel. Dit slaat hij op in een zelfgegraven holletje dat als broedkamer voor zijn larven dient. Die larven zijn erg kieskeurig en lusten alleen stuifmeel van klimop. Klimopzijdebijen vind je alleen in het najaar, de bloeiperiode van de klimop. Dat is vanaf eind augustus tot half oktober. De rest van het jaar leven zij als larve en pop onder de grond.
De mannetjes worden in het algemeen een paar dagen vóór de vrouwtjes actief. Wanneer het eerste vrouwtje uit het nest tevoorschijn komt wordt zij overrompeld door tientallen of zelfs honderden mannetjes die met haar willen paren. Zo vormen ze zogenaamde ‘mating balls’ of ‘paarballen’.
De volwassen bijen leven zo’n 6 weken.
Klimopbijen behoren tot de zijdebijen, die te herkennen zijn aan de lichtgekleurde haarbandjes op het achterlijf. Deze contrasteren sterk met het zwarte achterlijf. Vergeleken met honingbijen en zandbijen is het achterlijf spitser aan het uiteinde. Het borststuk van beide geslachten is bovenaan helbruin behaard, met grijswitte haren aan de zijkant.
Mannetjes en vrouwtjes lijken sterk op elkaar. De mannetjes hebben zeven achterlijfsegmenten terwijl de vrouwtjes er maar zes hebben. Vrouwtjes kunnen tot 14 mm groot worden, mannetjes blijven iets kleiner.
Elk vrouwtje graaft haar eigen nest en deponeert er haar eieren. Ze graven hun nesten in zandige en losse bodems waarbij zuidgerichte hellingen geprefereerd worden. Nesten worden vaak in groepen gegraven, maar de vrouwtjes nestelen steeds individueel. Larven en poppen kunnen de winter overleven, maar de volwassen bijen sterven.
Het stuifmeel van klimop is de voornaamste voedselbron voor de larven.
De soort is te verwarren met de heizijdebij (Colletes succinctus) en de schorzijdebij (Colletes halophilus). Heizijdebijen zijn echter gespecialiseerd in het verzamelen van stuifmeel van struikheide, terwijl schorzijdebijen vooral het stuifmeel van zeeaster lusten.
Bronnen en meer info
https://www.natuurpunt.be/pagina/klimopzijdebij
https://www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=18880
https://www.onzenatuur.be/artikel/wilde-bijen-in-de-bloemetjes-de-klimopbij
1 Response
[…] in de herfst een rijke bron van nectar en stuifmeel, omdat er dan weinig andere planten bloeien. De klimopzijdebij komt bijna uitsluitend op klimop voor. De zwarte bessen zijn in de vroege lente rijp. Die bessen […]