Kompassla

Kompassla of wilde sla (Lactuca serriola) is een één- of tweejarige plant uit de composietenfamilie (Asteraceae).

Kompassla is in vele opzichten een interessante plant.
Het is de voorouder van vele hedendaagse slasoorten en de plant werd vroeger gebruikt als een soort kompas.

Kompassla
Kompassla (midden)

Naamgeving

Lactuca komt van lac (melk) en duco (voeren), een verwijzing naar het melksap dat de planten bevatten. Serriola betekent zaagje, vermoedelijk omwille van de stekelige tandjes die op blad en stengel staan.

De Nederlandse naam verwijst naar het gebruik als een kompas en als sla.

Het gebruik als kompas dankt de plant aan de stand van de bladen die op een open plaats zodanig is dat de vlakken van de bladen naar het westen en oosten staan gericht. De bladen zelf zijn noord en zuid gericht. Op die manier kan de plant de ochtend- en avondzon vangen, maar is afgeschermd voor te sterke verhitting door de middagzon.

Wie weet hebben de Hunnen en de Mongolen zo wel de weg naar het Westen gevonden…

Vertaling

Engels: Prickly Lettuce
Frans: Laitue scariole
Duits: Kompaß-Lattich

Voorkomen

Kompassla is van oorsprong een steppeplant en komt als pioniersvegetatie voor op tal van open plaatsen. Het is een algemene soort geworden in stedelijke gebieden.

Kompassla
Kompassla

Gelijkende planten

Kompassla lijkt sterk op gifsla, maar de bladen van gifsla zijn meestal niet gedraaid en onderaan het blad zijn geen stekels of hooguit zeer korte stekeltjes te zien.

Beschrijving

Kompassla heeft een grote penwortel, die soms tot wel een meter ver de grond in gaat. De plant kan bovendien tot twee meter hoog worden.

Kompassla kan tot 2 meter hoog worden
Kompassla kan tot 2 meter hoog worden

Het blad is leerachtig en vlezig en heeft een blauwgroene kleur. Bovendien heeft de plant aan de rand en onder de middennerf een rij flinke stekels.

Blad van kompassla met stekels aan de rand en op de middennerf
Blad met stekels aan de rand en op de middennerf

De plant scheidt bij insnijding een wit melksap af.

Bloeiwijze

De bloeiperiode loopt van juni tot en met november. De lichtgele 1-1,5 cm grote bloemhoofdjes bevatten alleen lintbloemen. Na twaalf uur ’s middags zijn ze meestal al uitgebloeid.

Bloem van kompasla
Bloem van kompasla

De rijpe nootjes zijn aan de top kort behaard. Ze zijn eerst wit, maar verkleuren naar lichtbruin met donkere vlekjes.

Culinair

Vermoedelijk is kompassla de wilde stamouder van onze sla. Genetisch lijken beide soorten erg op elkaar. Als je een kropsla in bloei laat komen, dan vallen de gelijkenissen tussen beide planten erg op.

Circa zesduizend jaar geleden groeide in de Kaukasus de eerste gecultiveerde variant. In het Oude Egypte werd de plant aanvankelijk gekweekt vanwege de olierijke zaden. Door plantenveredeling evolueerde de plant tot variëteiten waarvan de bladen of de stengels werden gegeten. In de Romeinse tijd werd sla nog gekookt omdat ze toen nog niet mals genoeg was.

Enkel de heel jonge bladen zijn eetbaar, maar ze smaken behoorlijk bitter. Ze worden vaak gemengd met andere groenten om extra smaak te geven.

Kompassla in de kruidengeneeskunde

Alle delen van de plant zijn matig giftig. Haar giftigheid werd vroeger in de volksgeneeskunde gebruikt. Ze werd samen met het eveneens giftige bilzekruid en de gevlekte scheerling verwerkt tot een narcoticum.

Andere toepassingen

De plant zou ingezet kunnen worden als grondstof voor autobanden en andere rubberproducten.
https://www.change.inc/retail/wilde-sla-nieuwe-bron-voor-autoband-4713

Referenties en meer info:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Kompassla
https://www.floravannederland.nl/planten/kompassla
https://wilde-planten.nl/kompassla.htm
https://wildeplanteninbrugge.blogspot.com/search/label/Kompassla
https://www.stadsplantenbreda.nl/products/kompassla/

You may also like...

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *