Schubvaren
In Vlaanderen is schubvaren uiterst zeldzaam. Ik vond het langs de Dijle t.h.v. de Vismarkt.
Schubvaren (Asplenium ceterach) is een overblijvende, inheemse varen die behoort tot de streepvarenfamilie (Aspleniaceae).
Naamgeving
Asplenium komt van het Griekse a (niet) en splen (milt), omdat men dacht dat het gebruik een opgezwollen milt zou doen inkrimpen. Ceterach komt van het Arabische cheterak of sjetrak of het Latijnse cetra (schaal).
Vertaling
Engels: Rustyback
Frans: Cétérach officinal
Duits: Echter Milzfarn
Voorkomen
De plant komt voor in India, Afrika en Europa.
Schubvaren groeit op oude muren, rotsen, in spleten van stenen en op kalkstenen rotsen.
Beschrijving
De lichtbruine bladstelen zijn veel korter dan het blad. Ze zijn begroeid met zilverig glanzende, later bruinachtige schubben.
De wintergroene bladen worden tot 20 cm lang. Ze groeien in dichte bundels en zijn zacht leerachtig. Ze zijn lijnvormig tot langwerpig en diep bochtig ingesneden.
De onderkant is dicht begroeid met (net als de bladsteel) zilverig glanzende, later bruinachtige schubben.
Bij droogte kan het blad helemaal samen krullen. Bij vochtig weer ontvouwt het blad zich weer.
Voortplanting
De bloeitijd loopt van juni tot oktober.
Op de onderkant van de bladslippen zitten de sporenhoopjes (sporangiën) bedekt met schubben. Ook langs de zijnerven zitten sporangiënhoopjes, maar hier zijn ze bedekt met een kort vliesje of helemaal niet bedekt. Bij rijpheid worden de vliesjes bruinrood.
De gele sporen worden door de wind verspreid.
Schubvaren in de volksgeneeskunde
Schubvaren werd vroeger medisch gebruikt tegen miltkwalen en hypochondrie en is verder als een waterafdrijvend middel aangewend. Het zou ook koortswerend werken.
Referenties en meer info
https://nl.wikipedia.org/wiki/Schubvaren
https://de.wikipedia.org/wiki/Milzfarn
https://wilde-planten.nl/schubvaren.htm
https://www.ecopedia.be/planten/schubvaren
https://www.verspreidingsatlas.nl/0301
Mooie varen. Heb ik nog niet eerder gezien.