Windepijlstaart
De windepijlstaart (Agrius convolvuli) is een grote nachtvlinder uit de familie van de pijlstaartvlinders (Sphingidae). Het is een trekvlinder, die grote afstanden kan afleggen.
Toen ik onlangs langs de Zenne fietste en wanhopig probeerde de vele slakken te ontzien, werd mijn aandacht getrokken door een grote, groene larve, die het jaagpad overstak. Ik nam enkele foto’s en hielp het beestje met de oversteek. De volwassen vlinder heb ik nog niet gezien.
Op internet kan je vele foto’s vinden van alle stadia van deze vlinder.
Websites met veel informatie over (nacht)vlinders:
https://www.vlinderstichting.nl/
https://www.ahw.me/indexmotten.html
Naamgeving
Pijlstaart verwijst naar het staartje of pijl op het laatste segment van de rups.
De waardplanten van deze pijlstaart zijn windesoorten.
Agrius is een van de reuzen die oorlog voerden tegen de goden. Dit is wellicht een verwijzing naar de grootte van de larven. Convolvulus arvensis is akkerwinde, de voornaamste voedselplant voor de larven.
Vertaling
Engels: Convolvulus hawk-moth
Frans: Sphinx du liseron
Duits: Windenschwärmer
Voorkomen
De windepijlstaart komt voor in grote delen van Europa, Afrika en Azië. Het is een migrerende soort die in de lente naar gematigde streken trekt en in de herfst terug naar het zuiden migreert. De reden van deze lange trek is nog niet bekend. Vliegen doen ze ’s nachts.
Je kan de vlinder zien tussen half mei en half oktober, meestal tussen valavond en zonsopgang. De rupsen kan je zien vanaf half juni.
Deze vlinder wordt vaak gezien in tuinen, parken en open landschappen waar veel bloeiende planten voorkomen.
Beschrijving
De windepijlstaart heeft een spanwijdte tussen 8 – 12 cm. Vrouwtjes zijn groter dan mannetjes.
Ze zijn goed te herkennen aan de twee rode vlekken op de bovenkant van het lichaam net onder het borststuk.
De voorvleugels zijn lang, smal en hebben een grijsbruine basiskleur met verschillende donkere, diagonale strepen en vlekken die het een gecamoufleerd uiterlijk geven. Dit patroon helpt de vlinder om overdag goed verborgen te blijven op boomschors of een andere ondergrond.
De achtervleugels zijn lichter van kleur, met subtiele zwarte en witte banden.
Het lichaam is stevig en cilindrisch, grijs van kleur, met roze strepen op het achterlijf, wat een opvallend kenmerk is van de windepijlstaart.
De voelsprieten zijn relatief kort en gebogen.
Deze vlinder heeft grote samengestelde ogen, geschikt voor nachtzicht.
De tong, waarmee de vlinder nectar uit bloemen zuigt, kan wel 15 centimeter lang zijn.
Hij kan, net als een kolibrie, voor een bloem blijven hangen en met zijn lange tong de nectar uit de bloemen zuigen.
Voeding
Volwassen windepijlstaarten voeden zich ’s nachts of in de schemering met nectar van bloemen, zoals welriekende tabak (Nicotiana alata), nachtschone (Mirabilis japonica), petunia, phlox en kamperfoelie. Ze zoeken vooral bloemen die ’s nachts een sterke geur verspreiden.
Ze zijn ook bijzonder goed aangepast om nectar uit bloemen met lange kelken te halen dankzij hun lange, opgerolde tong (proboscis). De larven eten vooral van windeblaadjes.
Levensloop
De levenscyclus van deze vlinder verloopt in verschillende fasen: ei, rups, pop en volwassen vlinder.
Ei
De levenscyclus begint wanneer het vrouwtje haar eieren legt op voedselplanten, meestal van de windefamilie, zoals haagwinde (Calystegia sepium) en akkerwinde (Convolvulus arvensis). De eieren zijn klein, bolvormig en groenachtig van kleur. Na een paar dagen tot een week, afhankelijk van de temperatuur, komen de eieren uit.
De eitjes kunnen normaal gezien onze koude winters niet overleven, maar in een zachte winter zou dat kunnen lukken. De informatie hierover is echter niet eenduidig.
Rups
De rups die uit het ei komt, doorloopt verschillende stadia, zogenaamde instars. Tijdens deze stadia vervelt de rups meerdere keren en groeit snel. De rups van de windepijlstaart kan behoorlijk groot worden, tot wel 12 cm lang, en is herkenbaar aan zijn karakteristieke hoorn aan het achterlijf.
Laat je niet misleiden door de kleur, want die kan variëren van groen tot bruin met schuine strepen langs het lichaam. Deze rupsen voeden zich met de bladen van hun waardplanten, voornamelijk akker- en haagwinde. Ook de zoete aardappel of bataat (Ipomoea batatas) hoort bij deze familie. Het rupsstadium duurt ongeveer drie weken.
Pop
Nadat de rups volledig is ontwikkeld, graaft ze zich in en gaat naar de pop-fase. Tijdens deze fase, die zo’n 3 weken duurt, ontwikkelt de pop zich tot een volwassen vlinder.
Alleen vlinders die vroeg genoeg ontpoppen kunnen de reis naar het zuiden maken. De anderen zullen de winter wellicht niet overleven.
Volwassen vlinder
De windepijlstaart staat bekend om zijn vermogen om over grote afstanden te migreren. De volwassen vlinders zijn voornamelijk actief in de schemering en de nacht, en voeden zich met nectar van bloemen met lange trompetvormige kelken, zoals die van de teunisbloem en petunia’s.
In oktober vliegen de vlinders, die tijdig uit de pop zijn gekropen, naar Zuid Europa of Noord Afrika. Ze kunnen daarbij snelheden halen van wel 50 km per uur. In één nacht kunnen ze over de Alpen vliegen. Hun lichaamstemperatuur kan dan oplopen tot wel 40 graden.
Voortplanting
In een warmer klimaat kan de windepijlstaart meerdere generaties per jaar voortbrengen, maar in gematigde streken meestal slechts één generatie. In de herfst trekken sommige vlinders naar het zuiden, terwijl anderen sterven wanneer de temperatuur daalt.
Vijanden
Katten zien de grote vlinders als een speeltje, terwijl uilen, vogels, vleermuizen, sommige spinnen en wespen de vlinder en/of larven ook als voedsel zien.
Referenties en meer info:
https://www.vlinderstichting.nl/vlinders/overzicht-vlinders/details-vlinder/windepijlstaart
https://nl.wikipedia.org/wiki/Windepijlstaart
https://waarnemingen.be/species/1646/
https://www.heijen.info/heijen/hejje-mojjer-verenigingsnieuws/hejje-natuurlijk-mojjer/1859-hejje-natuurlijk-mojjer-no-58
https://www.ahw.me/pijlstaart.html
https://natuurtijdschriften.nl/pub/557871/VLIN1993008002007.pdf
Interessant! Nog nooit gezien!